Respect?
Het is jammer dat Vlaamse televisie-uitzendingen terugkijken zo ingewikkeld is. Er is een soort Uitzending gemist, maar dat reikt niet verder dan de Belgische landsgrenzen. Nu maar hopen dat de uitzending ‘Rust zacht’ vanzelf verschijnt op YouTube, zoals is gebeurd met eerdere afleveringen van Beroepen zonder grenzen. In dit programma, dat al enkele seizoenen meegaat op de zender 'België Een' trekken vier collega’s naar 'een uithoek' van de wereld. Ze oefenen er een week lang hun beroep uit in een nieuwe, vreemde omgeving, meestal een waar het er totaal anders aan toegaat dan in Vlaanderen.
Ik had het programma nog nooit gezien en viel op 13 juli jl. met mijn neus in de boter, namelijk middenin de aflevering waarin vier Vlaamse grafdelvers een week lang werkten en woonden (!) op het Cementerio del Norte in Manilla op de Filipijnen. Op dit 54 hectare grote kerkhof liggen ongeveer 1 miljoen mensen begraven en zijn zo’n 70 à 80 begrafenissen per dag. Het bijzondere – of zeg maar gerust bizarre – is dat er tevens gewoond wordt, door duizenden gezinnen. Er wordt hier geboren, geleefd en gestorven in graftombes. Er wordt gekookt, de was gedaan, gefeest, gevreeën, geslapen – en dat allemaal in dezelfde ruimte waar familieleden begraven liggen. Terwijl mensen hun potje koken op een gasstelletje of hun kind de borst geven vindt verderop een begrafenis plaats.
Er wordt begraven in wandgraven die vervolgens met cement worden dichtgemetseld. Als er niet meer wordt betaald, worden de graven al na 5 jaar leeggehaald. Dat was allemaal te zien in deze aflevering. Evenals de verbijstering van de Vlamingen, die met alles meededen. Graven leeghalen, evenals de kijker verbaasd over het feit dat er alleen nog botten over waren en dat de lokale grafdelvers hier geen handschoenen bij gebruikten en de wandgraven inkropen op blote voeten of teenslippers. We zien ze hun bed opmaken in een grafkapel boven op een harde grafsteen. En hen meehelpen tijdens een chaotische begrafenis waarbij iedereen in de weg loopt en over andere graven heenloopt, “dat is toch echt gevaarlijk, hè”. We zien ze met verbazing wijzen op een slecht gemetseld graf waarin je zomaar de schedel kunt zien liggen. Meer anders dan thuis kan het in Manilla niet wezen!
Het meest indrukwekkend is de scène waarin twee van de vier Vlamingen 'thuiskomen' in hun tijdelijke huis, om vervolgens te ontdekken dat een familie daarin net een kindje van 5 maanden heeft begraven in een van de nissen die nog leeg was. De familie staat bij de net dichtgemetselde nis. Een van de twee Vlamingen stort totaal in, iets anders kun je het niet noemen. Hij kan niet ophouden met huilen, het wordt hem allemaal te veel. Hij begrijpt er niets meer van, van deze wereld waarin de levenden zo dicht bij de doden leven, begrafenissen met veel lawaai en drukte plaatsvinden en waarin het lijkt alsof het de levenden niets doet, dat de doden dood zijn en hier begraven liggen. Hij worstelt met het woord 'respect'. Dat is toch geen respect, huilt hij. Zijn collega zegt nuchter: “Het is de bril waar je doorheen kijkt, hè. Deze mensen zijn vast net zo bedroefd als wij als er iemand doodgaat.”
Respect. Het is een woord dat te pas en te onpas wordt gebruikt, maar soms zo hol lijkt. Iedereen wil respect, maar niet iedereen is even goed in staat de ander te respecteren. Zie de gebeurtenissen in Alkmaar afgelopen mei (p. 11-14). Mensen die respect eisen voor hun doden op de Alkmaarse begraafplaats, maar de meest verschrikkelijke dingen roepen op internet en zelfs begraafplaatsmedewerkers aanvallen.
Zoals in Manilla bleek spelen er, als het om respect gaat, vaak cultuurverschillen.
“Mijn moeder legt hier voor d'r rust, daar denken zij ook niet aan,” aldus een boze Alkmaarse tegen de NOS-camera over de dansers in Alkmaar. In Manilla zullen ze daar niets van begrijpen. Ook op de Nederlandse begraafplaatsen hebben we steeds vaker te maken met cultuurverschillen. Aan u als eigenaren en beheerders van de begraafplaatsen de taak hier goed mee om te gaan.
Makkelijk is dat niet – zo blijkt al uit één dansvoorstelling.
Verschenen in De Begraafplaats nr. 4, augustus 2015.