Vertel het verhaal van de nabestaanden
Voor een publicatie over de Essenhof in Dordrecht, dat eind mei uitkomt, heb ik diverse nabestaanden gesproken: rechthebbenden van particuliere graven en nabestaanden die iemand in een algemeen graf hadden liggen. Stuk voor stuk hadden ze een bijzonder verhaal, zoals elke nabestaande dat heeft.
Waarom maken begraafplaatsen geen gebruik van deze verhalen, vraag ik mij vaak af. Plaats enkele persoonlijke verhalen, kort maar krachtig als citaat opgeschreven, op de website of in brochures. Ze maken zo goed duidelijk hoe belangrijk een graf, een plek op de begraafplaats is, voor veel mensen. De meeste nabestaanden zijn maar wat bereid te praten over hun geliefde overledene. De aandacht voor hen en voor de dode doet hen goed, het troost.
Een vrouw vertelde over haar vader, die 23 jaar bij haar en haar gezin in huis had gewoond. Ze heeft een pleegzoon, die lichamelijk en geestelijk gehandicapt is. “Hij had een sterke band met zijn opa en vraagt regelmatig: wanneer gaan we weer eens naar opa? Dan neemt hij een tekening mee, of we maken zijn steentje schoon.”
Haar vader overleed in 2006, hij was 90 jaar. Waarom koos ze voor een algemeen graf? “Hij was onderverzekerd. En wij kinderen konden een eigen graf niet betalen. We vonden het ook niet nodig, want hij is erg oud geworden en dan is een graf voor lange tijd minder belangrijk. Cremeren was sowieso niet aan de orde, dat wilde hij niet, hij was erg gelovig. Als het nu om mijn man of mij zou gaan, dan zou ik daar anders in staan. Mijn man is 65, ik ben een jaar ouder, als een van ons nu zou overlijden, dan wil ik wel een familiegraf, omdat de kleinkinderen nog jong zijn. Dan is het prettig dat ze lang naar het graf kunnen blijven gaan.”
Haar oudste kleindochter die haar opa nooit had gekend, had een eng beeld bij begraafplaatsen. “Daarom heb ik haar een keer meegenomen naar het graf, uiteraard in overleg met mijn zoon. Ze was toen acht. Ze vond het helemaal niet eng. 'Oma, ik word er heel rustig van', zei ze, 'het is net een mooie tuin.' Ze ging ook spontaan praten tegen een kindje dat ook op grafbezoek was. Ook vroeg ze: 'Staat opa eigenlijk rechtop?', vanwege het kleine grafsteentje. Ik heb op de begraafplaats naar een open graf gezocht en het haar uitgelegd.”
Op het oude gedeelte van de Essenhof vallen twee bronzen paarden van circa anderhalve meter hoog, die op een grote granieten liggende grafsteen staan, op. Het dubbele graf is samen met een dubbel graf ernaast omheind met een hek. Een graf dat nieuwsgierig maakt. Ik werd nog nieuwsgieriger toen een begraafplaatsmedewerker vertelde dat er slechts één iemand in de grafkelder eronder ligt, een man die op 56-jarige leeftijd was overleden, in 1991. Zijn zoon wilde mij graag meer vertellen. “Mijn vader is totaal onverwacht gestorven aan een hartaanval. Gestorven in de armen van mijn moeder.” Als hij er weer aan denkt, heeft hij het er nog moeilijk mee. “Paarden waren zijn hobby en zijn werk, hij had een kleine stoeterij. Ik ga elke week naar het graf. Mijn moeder kwam vroeger elke dag, maar is sinds zes jaar dementerend, dus dat gaat niet meer. Ik hoorde een keer een moeder tegen haar kind zeggen: 'Dat is vast een heel rijke meneer.' Ik heb haar teruggeroepen, want dat zeg je toch niet? Het klopt ook niet. Mijn vader was niet rijk en ja, hij heeft wat achtergelaten, maar mijn broer en ik hebben er voor gekozen om papa's erfenis niet voor ons zelf te gebruiken, maar om hem iets blijvends te geven. Ja, het is een groot monument. Koningen en presidenten krijgen een monumentaal graf. Voor ons was hij een koning. Wij willen zo tonen hoe belangrijk hij voor ons was.”
Verschenen in De Begraafplaats nr. 2, april 2017.