"Katten zijn heel slimme baby’s"

De katten van Marijke Helwegen

 

Marijke Helwegen, bekend als ambassadrice van de plastische chirurgie, is dol op katten. Eigenlijk op alle dieren, maar katten hebben een streepje voor.


“Ik heb een psychische klik met dieren, altijd gehad. Toen ik baby was, kwamen er al onbekende katers bij mij in de wieg kijken. Er komen altijd poezen en katers op me af. Ik heb vroeger ook iets met een varken gehad: Knorretje. Maar ik ben geobsedeerd door tijgers en luipaarden. Ik kan mezelf echt verliezen in de fantasie dat ik met katachtigen leef.”

 

Ze heeft op dit moment twee katten. Allebei zijn ze via een bijzondere weg bij haar gekomen. “In mei 2009 kreeg ik een brief van een kunstenares. Ze schreef dat ze een beeld had van een naakte vrouw met poes op het hoofd. De vrouw leek op mij. Of ik wilde komen kijken. Ook had ze een zwerfkater. Die was bij haar komen aanlopen met ijspegels aan de neus, zeer verwilderd. Hij zat bij haar in het schuurtje, maar ze kon hem niet houden. Eigenlijk ga ik nooit op dergelijke brieven in, maar nu dacht ik: laat ik het maar doen. Enkele maanden daarvoor, in januari, hadden we Moosje onze kat verloren. De laatste van drie katten die we hadden. Ze liggen allemaal in de tuin begraven. Ik miste Moosje vreselijk. Dus mijn man en ik zijn er naar toe gegaan. Het beeld was totaal oninteressant, de kater daarentegen… Ik zag hem zitten, een rood-witte kater met lichtblauwe ogen en een opgezwollen buik. Ik keek naar hem, hij keek naar mij. Hij keek dwars door mij heen. Intuïtief wist hij: zij kijkt met liefde naar me. Toch hebben we hem niet meteen meegenomen. We zijn nog een tweede keer geweest. Hij zat op een tafeltje, sprong eraf en sproeide een straal van water en diarree, zeker een meter ver. Geef hem maar, zeiden we.”

 

“In de auto naar huis gilde hij de hele weg. Thuis ging ik naar de tuin bij de vijver, zette de mand naast mijn enkel en deed hem open. Hij kwam eruit, keek omhoog naar mij en bleef vervolgens de hele verdere dag naast mijn enkel lopen.”
“Hij sprak in het begin nog niet en durfde ook niet op verkenning te gaan in onze grote, mooie tuin. Maar dat is al snel helemaal goed gekomen. Hij is opgeknapt door de dierenarts en hij is nu één grote knuffelkater, zo lief en aanhankelijk. Ik schat hem op 12, 13 jaar. Hij is in topconditie. Het wilde was snel weg. Zodra hij liefde kreeg, was hij getemd. Als katten veel liefde en aandacht krijgen, leven ze ook langer. We hebben hem de naam Bonzo gegeven, maar noemen hem Bonsie.”

In maart 2011 is er een zwerfpoesje bij gekomen: Misha, een schildpaspoesje van 10 jaar.


Dat poesje had Marijke Helwegen al drie jaar geleden gevonden bij een weg bij het bos. “Ik hoorde gemiauw en zag een poesje dat heel slim uit haar ogen keek. Ze durfde de weg niet over te steken. Ik heb het meegenomen, overal aangebeld, maar iemand kende haar. Ik heb haar achtergelaten bij Ans, een oude dame de hier vlakbij woont. Maar zij moest in maart 2011 uit haar huis, toen heb ik Misha in huis genomen. Ze is heel intelligent. Bonsie was super nerveus aan het trillen toen hij haar zag en ging heel lief op zijn rug liggen met de pootjes omhoog. Hij haalde zijn muis en speelde met haar. Ook nu zoekt haar steeds op, maar zij houdt meer afstand.”

 

“Bonsie jaagt totaal niet. Hij droomt en geniet vooral, ligt graag in de vensterbank in de werkkamer van mijn man. Zij jaagt wel, maar krijgt de vogels meestal niet te pakken. ’s Nachts zijn de katten binnen. Ik was ongerust, omdat hier vossen zijn en heb Staatsbosbeheer gebeld, maar daar zeiden ze: ‘Een vos grijpt geen poes’. Toch houd ik ze binnen, want het huis gaat ’s nachts op het alarm. Hij zit ’s nachts in de garage, er staat een placemat met prachtige bakjes en heerlijk eten voor hem. Er is speelgoed en een luikje. Zij is ’s nachts in de bijkeuken en keuken. De deur naar de garage is dan gesloten. Hij is een beetje eetverslaafd en eet anders al haar brokken op. Ze mogen van mij best op bed en overdag doen ze dat ook. Mijn man is daar minder blij mee.”

 

“Ik heb bewust geen kinderen, ik stond er niet voor open. Wat een ander met baby’s heeft, heb ik met katten. Zij maken mij compleet. Katten zijn een soort heel slimme baby’s. Als ik tegen Bonsie zeg ‘Ga maar buiten plassen’, dan doet hij dat. Mijn contact met Bonsie is diep. We zijn kameraden. Er is echte communicatie tussen ons. Als ik zeg ik: ‘Kom we gaan wandelen’, dan gaat hij mee en wandelen we samen door de tuin. Katten zijn hoogbegaafd. Als je ze veel aandacht geeft, dan pikken ze heel veel op. En Bonsie apporteert ook.”

 

“Ik ga eigenlijk nooit meer langer dan een dag van huis. Vroeger wel, maar dan verlangde ik zo heftig naar ze en wilde ik alleen maar terug naar huis voor de katten. Het gemis is zowel geestelijk als lichamelijk. Sinds vijf, zes jaar ga ik dan ook niet meer met vakantie. Ik blijf liever hier bij hen dan dat ik depressief aan het strand lig.”

 

Verschenen in: Felis Catus, ThemaTijdschrift nr. 2, 2012.

 

Bestel Felis Catus - De huiskat hier.