De ganzenfluisteraar
Wie een compleet beeld wil schetsen van ganzen in Nederland, kan niet om Trizin Hof heen, de oprichter van Akka's Ganzenparadijs in Dalen (Drenthe), een boeddhistische vogelopvang, vooral voor ganzen.
Met enig scepticisme togen wij, twee atheïstische en vleesetende journalisten, richting Dalen, naar de ganzenfluisteraar zoals hij in de pers ook wel wordt genoemd. Vooraf hadden we een uitzending teruggekeken van ‘Showroom’, het tv-programma waarin Joris Linssen ‘bijzondere Nederlanders’ bezoekt en portretteert. Wij zagen een man in een lang bordeauxrood gewaad tegen ganzen gakken.
Het terrein is afgesloten met een hek, vanwege de honden. Er staan twee grote borden, op de een staat ‘Vogelopvangcentrum’, op de ander ‘Boeddhistisch Centrum’. Voor het hek staat een dierenambulance. We worden ontvangen door Edwin, de levenspartner van Trizin, die er nog niet is. Edwin laat ons binnen in de woonkamer en gaat koffie zetten. De kamer is klein en overvol, met meubels, doeken, kussens, veel beeldjes, foto’s en prenten van Boeddha en ganzen. Auteur en fotograaf kijken elkaar aan met een blik van ‘precies wat we dachten.’ Want niets menselijks is ons vreemd.
Tot Trizin binnen stapt. Het eerst wat opvalt is hoe groot hij is. Zijn haar is lang, zijn donkerrode gewaad ook. Hij begroet ons met een vriendelijke glimlach en een harde, hoge stem, gaat zitten, begint meteen te praten en houdt bijna niet meer op. Ons scepticisme verdwijnt snel, want deze man weet waar hij
het over heeft. Hij kent zijn ganzen en hij heeft zich verdiept in de materie, hoe Nederlandse overheden, boeren, natuurorganisaties en anderen omgaan met de gans.
Akka gered
Maar eerst hoe het allemaal begonnen is. Mocht zijn levensverhaal ooit te boek worden gesteld of verfilmd, dan is dit een mooie openingsscène: Het is winter. De zevenjarige Trizin is op familiebezoek in Coevorden en loopt door het Van Heutszpark. Hij ziet in de vijver een gans die verstrikt zit in een vissnoer.
Hij twijfelt geen seconde en rent naar de gans om deze te bevrijden. “Het enige wat ik dacht was, ik wil dat dier redden. Mijn moeder schrok. En terecht, want ik ging dwars door het ijs heen.” Maar de gans werd gered. “Het was een vrouwtje. De dierenambulance kwam en nam haar mee. Het mannetje, dat
in de buurt was gebleven, vloog achter de ambulance aan. Dat beeld raakte me en heeft me nooit meer losgelaten.”
Toen het vrouwtje weer werd teruggebracht naar het park, was Trizin daar ook bij. “Ze werd neergezet, gakte, en meteen kwam de groep aanvliegen om haar te begroeten.” Vanaf die dag bezocht hij de ganzen in het park elke dag, observeerde de dieren en leerde ze goed kennen. Hij gaf ze namen
en noemde het door hem geredde vrouwtje Akka, naar Akka van Kebnekaise, de leidster van de groep wilde ganzen uit Nils Holgerssons wonderbare reis. Sindsdien zijn de ganzen niet meer uit zijn leven.
Het ging hier om ‘dikke, tamme boerenganzen,’ zegt Trizin, maar bij wilde ganzen gaat het net zo. Ganzen zijn groepsdieren en leven binnen de groep in families. Ze zijn monogaam en als een gans ziek is of gewond geraakt zal de partner hem of haar niet in de steek laten. Hij vertelt over een gans die een
half jaar rouwde op de plek waar haar partner was overleden. En over kuikens zonder ouders die direct werden opgevangen door een andere groep. “Daar kunnen wij mensen van leren.” Maar verder is niets menselijks dieren vreemd. Er zijn leiders in de groep, meestal is dat een oudere gans, er zijn verschillende karakters te herkennen en er vinden soms vechtpartijen plaats. “We hebben een keer een gans in de groep gehad, dat was een echte dictator. Die heb ik snel elders geplaatst.”
Geboren als boeddhist
Precies zoals hij die winterdag wist dat hij Akka moest redden, zo wist hij al heel vroeg dat hij boeddhist is. Sterker nog, hij is zo geboren. “Als driejarige deed ik al doeken om mijn lichaam en vouwde mijn handen samen in gebed. Als zesjarige maakte ik een mala, een boeddhistische gebedsketting terwijl ik zoiets nog nooit had gezien.” Boeddhisme is boven alles een levensinstelling, het betekent respect hebben voor alles dat leeft.
Als negentienjarige werkte Trizin als bedrijfsleider in een kledingzaak, daarnaast werkte hij als vrijwilliger op de dierenambulance. Hij woonde samen met Edwin in een flat in Coevorden en ontfermde zich toen al over ongewenste dieren, “we hadden eenden in de badkamer.” Tot Edwin op een dag zei: waarom begin je niet je eigen vogelopvang? Zo geschiedde. De eerste opvang vond plaats op vier hectare grond achter een kas in Erica. “Dat was niet ideaal,”vertelt Trizin, “want er vond soms vandalisme plaats. Ik wilde het liefste bij de ganzen wonen.” Dat gebeurde toen ze de boerderij waar ze nu wonen, met hun 200 ganzen, meerdere honden, katten, kippen, varkens en andere dieren, konden kopen.
Financieel is het niet makkelijk. Alleen al de voederkosten bedragen 700 euro per twee weken, maar ze redden het dankzij donateurs en giften. Ook werken er regelmatig vrijwilligers en stagiaires mee. Verder hebben ze een eigen moestuin waaruit gegeten wordt. Uiteraard zijn ze vegetariër. Subsidies van de overheid wil hij niet. “Wij willen geen zwijggeld.” Maar ook als hij een of meerdere van zijn ganzen doorplaatst in een nieuw onderkomen, vraagt hij daar geen geld voor. Dat doorplaatsen gebeurt regelmatig. “Veelal bij particulieren, maar ook op bedrijventerreinen en terreinen van defensie. Het zijn goede waakdieren.”
Doden geen optie
Trizin houdt de hele discussie rondom en het beleid ten aanzien van ganzen goed bij. “De boeren hebben last van ganzen en onmiddellijk spreken we van een maatschappelijk probleem. Dat zogenaamde probleem hebben we zelf gecreërd. Allereerst door de landbouw zo in te richten zoals hij nu is, intensief en met veel monocultuur. Maar ook door natuurorganisaties die natuurgebieden inrichten en vervolgens geen verantwoording nemen voor het beheer. Het onderhoud mag niets kosten, dus zetten ze er Schotse hooglanders neer en Przewalskipaarden, maar die grote dieren vertrappen het voedsel waar de ganzen iets aan hebben, dus die ganzen moeten elders voedsel zoeken. Dan gaan ze naar de boer. Maar ik ga toch ook geen problemen creëren voor mijn buren?”
Hij weet nog een oorzaak die de populatie heeft doet toenemen en daar hoor je anderen nooit over, en dat is de jacht. “Weten jullie hoe vaak jagers missen? Zodat ganzen alleen maar worden aangeschoten? Als dat ganzen op doortrek zijn, blijft de aangeschotene met zijn of haar partner hier, want die laat de ander niet alleen, en beginnen hier een nieuwe familie.”
“En hoe bestaat het dat ze binnen een straal van vijf, nee zelfs drie kilometer rond Schiphol zoveel gewassen zijn gaan verbouwen. Dat had toch niet mogelijk mogen zijn? Vervolgens gaan ze de verkeerde ganzen vergassen. De ganzen die daar wonen zijn bekend met vliegtuigen. Ganzen doen alles op imprinting, ze leren constant en weten dat ze vliegtuigen moeten vermijden. Die ganzen die een aanvaring hadden met dat vliegtuig van Air Maroc, waren canadeze ganzen uit Zeeland.”
“Nederland is hét ganzenland van de wereld, maar alles moet wijken voor de landbouw, de CO2 uitstoot van de veeteelt is enorm. Het is een schande dat we onze eigen dieren tot een probleem bombarderen, en ze plaagdieren noemen. Het is eerder een signaal dat het in Nederland niet goed gaat met het natuurbeleid. Waarom staat de grauwe gans niet op de lijst van vogels waaruit we de nationale vogel kunnen kiezen?” Voor hem is de oplossing duidelijk. “Laat de huidige populatie met rust. Stop met vergassen. Stop met afschieten. Pas de natuurgebieden aan, creëer goede fourageergebieden en vergoed boeren hun schade. Doden is geen optie.”
Freddy, een jonge nijlgans, adoreert Trizin. Freddy volgt Trizin overal waar hij gaat
Freddy
Het wordt tijd de ganzen te bezoeken. We gaan naar buiten. Het is een mistige, waterkoude oktoberdag. De circa 200 ganzen die op een ruim terrein buiten rondlopen lijken daar weinig last van te hebben. Onmiddellijk begint Trizin allerlei ganzen aan te wijzen. “Kijk, dat is een kruising tussen een canadese gans en een grauwe gans en daar heb je een kruising tussen een brandgans en een kolgans. En daar loopt Helmut, die is zeker 40 jaar oud.” We zien overal ganzen, maar welke nu Helmut is? Wel valt inderdaad op dat er veel verschillende ganzen rondlopen, allemaal hybriden. Voor Trizin is elke gans een individu en hij heeft ze ook allemaal een naam gegeven.
Hij pakt een hand ganzenpoep en laat zien dat het voor 95% uit gras bestaat. Het ziet er inderdaad groen en geheel niet ‘poeperig’ uit. Er vliegen vier wilde ganzen over. Brandganzen, ziet Trizin meteen. Nee, die landen hier nooit, zegt hij. “Ganzen zijn nogal territoriaal, die vliegen door, hebben geen zin in strijd met andere vogels.”
Speciaal voor ons wordt voer gehaald en in de langwerpige voederbakken gedaan. Het is een waar spektakel, luid gakkend komen de ganzen aansnellen, sommige de vleugels wijd gespreid, en vallen op de bakken aan. Het lijkt chaos. Maar er zit een bepaalde orde in. “De dominante ganzen uit elke groep eten eerst en dan komt de rest.” De kolonie bestaat uit drie verschillende groepen ganzen, een van de groepen zijn de ganzen uit het Van Heutszpark in Coevorden. “Ze moesten daar weg, omdat de gemeente in het park evenementen wilde laten plaatsvinden.”
Weer vliegen er wilde ganzen over. Grauwe ganzen dit keer. Die herkennen we inmiddels zelf ook. Maar Trizin ziet onmiddellijk dat er een is aangeschoten. “Kijk die derde slagpen van links, die is niet meer compleet.”
Een veld verder is de ziekenboeg. Daar loopt ook de oudste gans van Akka’s Ganzenparadijs rond, Sneeuwrust, ze is 60 jaar oud. En daar komt onmiddellijk Freddy aanlopen, een nog jonge nijlgans die is opgevoed door mensen. Freddy adoreert Trizin. Als Trizin zich laat zien loopt Freddy constant achter hem aan. Trizin bukt, spreidt zijn armen en Freddy rent naar binnen. Aaien, knuffelen, Freddy ondergaat het met zichtbaar genot. Als ik te dichtbij kom, doet hij een uithaal naar mijn benen. Het is duidelijk, Freddy vindt het genoeg, Trizin is weer voor hem alleen.
Verschenen in ThemaTijdschrift De Gans, december 2015.